Uurwerken
Algemeen
Vanaf het eind van de dertiende eeuw werden in Europa raderuurwerken in torens geplaatst. In Engeland is sprake van een uurwerk in de toren van Westminster in 1288, in Milaan in 1309 en in Utrecht in 1369. De in de toren aanwezige luidklokken kregen er geluiden bij. Want op één ervan - of op een aparte klok - sloeg een hamer gedirigeerd vanuit het uurwerk het aantal uurslagen.
Het oudst nog bestaande torenuurwerk in Nederland dateert van ongeveer 1420 en is te vinden in de kerktoren van Winkel (N.H.).
Een vroeg voorbeeld in Den Haag is de linker toren van de Ridderzaal. Daar is van een uurwerk met slagklok al sprake in de 14e eeuw. Het slaan wordt veroorzaakt door de bewegende arm van een beeld, een jaquemart.
‘Pestbaan, die klok opwinden'
In de loop van de eeuwen werden vele torens in Den Haag van uurwerken voorzien. Dagelijks, soms meer keren per dag, moesten de gewichten door de gemeentelijke ‘kloksteller' worden opgewonden en door goed onderhoud in gang en op tijd gehouden. Hij moest daarvoor steeds naar de top van de toren klimmen, soms een paar honderd treden per keer. Niet iedere kloksteller kon dat blijkbaar altijd waarderen. Bovenstaand citaat, afkomstig een kloksteller geschreven in het hout in de Scheveningse toren, getuigt daarvan.
Uurwerken zijn ook monumenten
Binnen het aandachtsgebied van de Stichting vallen ook enkele van deze monumentale torenuurwerken. Ze zijn grotendeels eigendom van de Gemeente Den Haag.